Verslag van de PvdA-onderwijsavond
De PvdA organiseerde op 9 maart een onderwijsavond in het Forteslyceum. Tweede Kamerlid Kirsten van den Hul trapte af met een toepasselijk gedicht van Ida Gerhardt over het onderwijs. Daarna vervolgde Kirsten met een inspirerend verhaal over de waarde van het onderwijs op het gebied van emancipatie en gelijke kansen voor iedereen.
Uit haar bezoeken aan diverse scholen blijkt telkens weer dat daar nog een wereld te winnen is. Afkomst, opleiding en inkomen van je ouders en de omgeving waarin je opgroeit vormen nog altijd belangrijke factoren die bepalend zijn voor de kansen die je vervolgens in het onderwijs krijgt. En dat is uiteindelijk van grote invloed op je verdere werkzame en sociale leven. Naast voldoende gekwalificeerde docenten is ook goede huisvesting van groot belang voor goed onderwijs. Daarom moet er ook worden geïnvesteerd in goede huisvesting, zoals in Gorinchem gebeurt.
Jawel: Kirsten heeft zich goed voorbereid en toont dat ze weet wat er in Gorinchem speelt.
Kees van Willigen stelt dat we minder moeten praten en meer een vuist moeten maken: laat zien dat onderwijshuisvesting belangrijk is. Inspelen op meer duurzaamheidsmaatregelen.
Jack Oostrum merkt op dat de gemeente extra investeert op duurzaamheid, maar de rijksvergoeding is onvoldoende. Is er kans op een verhoging van de rijksbijdrage ?
Uit de zaal (technasium ?) komt de oproep dat samenwerken met bedrijven zou moeten worden gestimuleerd, dat levert input op om het onderwijs daarop beter te laten aansluiten.
Kirsten: dit is allemaal zeer herkenbaar en er is nog veel te verbeteren. Zo krijgen scholen die meer leerlingen met rugzakjes opvangen vaak een “negatiever” oordeel van de inspectie en worden dus gestraft voor hun extra inspanningen. De rijksvergoeding is niet ingesteld op de regionale functie van het (voortgezet) onderwijs in Gorinchem. Zij juicht de samenwerking met bedrijven zeker toe. Dat kan ook leiden tot aanschaf van duurdere moderne apparatuur.
Vanuit de zaal komt de aanvulling dat technische talentgroepen “op maat” ook vragen van de leerlingen meenemen naar de bedrijven. Dat helpt om passende stageplaatsen in te vullen.
Ashraf Hachhouch vraagt of “verheffing” (de leerlingen op niveau ontwikkelen) in de praktijk wel kan lukken ?
Kirsten van den Hul: in veel gemeenten blijkt dat erg moeilijk; daar blijft het Integraal KindCentrum beperkt als “een leuk Haags idee, maar niet bij ons”. Veel regels worden als erg lastig ervaren, zoals BTW-plicht, behoefte aan verschillende competenties, subsidies aanvragen, enzovoort.
Conclusie van Kirsten van den Hul: het is prachtig dat in Gorinchem al wel sprake is van het Integraal KindCentrum.
Ro van Doesburg sluit aan met en bevlogen verhaal over doorlopend leren, innovatie, samenwerking met bedrijfsleven, maar vooral ook samenwerking binnen het onderwijs. Zeker in het kader van passend en speciaal onderwijs is samenwerking van groot belang. Juist om voor iedereen gelijke kansen te bieden is een “aanpak op maat” noodzakelijk.
Ro van Doesburg stelt aan Kirsten van den Hul voor om onze regio aan te dragen als innovatieregio voor een “Haags experiment”.
Tanja van Nes van de PO-raad (organisatie van werkgevers in het primair onderwijs) bevestigt het belang van goede huisvesting voor de kwaliteit van het onderwijs. Bij een slecht binnenklimaat kunnen leerlingen zich niet goed concentreren tijdens de lessen. Dat gaat dan om de juiste temperatuur en voldoende frisse lucht. Een paar graden temperatuurverschil of teveel CO2 leiden tot slechte resultaten. Onderwijsgebouwen zijn gemiddeld 40 jaar oud en worden pas na 69 jaar vervangen. 20% van de gebouwen staat “leeg” terwijl een andere invulling met partners bv om een IKC te vormen mogelijk is. Bovendien is er sprake van een forse overschrijding van energielasten: het gemiddelde energielabel is E.
Het systeem van bekostiging staat ter discussie: via een wetswijziging worden gemeente en onderwijsbesturen gezamenlijk verantwoordelijk voor de bekostiging van de huisvesting, waar dat nu nog gesplitst is: nieuwbouw, uitbreiding en renovatie (bij de gemeente) en instandhouding (bij het schoolbestuur). Ook krijgt het Integraal HuisvestingsPlan (IHP) een meer formele status dan nu: meer een planning voor de korte (4 jaar) en doorkijk naar de langere (5-16 jaar) termijn. Tanja van Nes wijst ook op de voorbeeldfunctie van energieneutraal bouwen voor de stad en de wijk, en om op deze manier via de kinderen ook de ouders meer bewust te maken.
Bij de aansluitende paneldiscussie schuift ook Bert-Jan Kolmer (bestuurder van OVO) aan tafel. Op de vraag hoe gemeenten met de huidige financiering omgaan geeft Ro van Doesburg aan dat er nu al in het kader van het IHP samen met het onderwijsveld wordt opgetrokken. Daarbij gelden uiteraard voorschriften, maar ook flexibiliteit om er samen uit te komen.
Tanja van Nes geeft aan dat gemeenten soms ruimte zoeken in de afschrijvingstermijnen: de vraag is of nu wel verstandig is. Gebouwen dreigen daardoor “later” te worden vervangen.
Kees van Willigen merkt op dat het VO veel meer regionaal is dan het (lokale) PO: misschien is het verstandig om beheer en financiering van het PO en VO te scheiden ? Dat lijkt Tanja van Nes een goed argument, maar Bert-Jan Kolmer heeft niet de indruk dat het PO is achtergesteld. Een knip in het IHP zou misschien wel verstandig kunnen zijn.
Ali Kocak vraagt of de renovatiemogelijkheid na wetswijziging meer kansen biedt. Bert-Jan Kolmer antwoordt dat daar al op vooruitgelopen wordt in het IHP, maar het lost vooralsnog niet de financieringsproblematiek op.
Frank Duijnhouwer, die voor de paneldiscussie als moderator optreedt, vraagt of het in het onderwijs merkbaar is dat de kloof of tweedeling (door afkomst) steeds groter wordt. Bert-Jan Kolmer geeft aan dat dat een al langer vaststaand feit is, dus of het nu groter of kleiner wordt is lastig te meten. Bestrijding daarvan vraagt voortdurende aandacht, onder andere door een doorgaande onderwijslijn (per leerling) te bewaken.
Ashraf Hachhouch wijst op een pilot met een brede brugklasbonus in Amsterdam en vraagt zich hardop af of dat nu goed is of juist niet ?
Bert-Jan Kolmer: ouders willen vaak al vroeg een richting zien en die herken je in die brede brugklassen nu juist niet.
Marieke vd Berg (technasium) geeft aan dat er op het gebied van VMBO-samenwerking ambitie genoeg is, tenminste er wordt aan tafel veel over gesproken: waar blijft de aktie ?
Ro van Doesburg merkt op dat hoe dan ook in september 2023 de deuren van het innovatiecentrum open gaan ! Dat is een harde voorwaarde in het kader van de RegioDeal.
Tenslotte wordt vanuit de zaal door diverse aanwezigen aangegeven dat het toch vooral om de leerlingen moet gaan en niet alleen over het geld en de stenen. Dat wordt dan ook zeker beaamd door het panel, al zijn geld en stenen wel heel belangrijke randvoorwaarden.
Een mooie conclusie van een door alle aanwezigen als zeer zinvol beoordeelde avond. Daarvoor onze hartelijke dank aan Kirsten, Tanja, Ro, BertJan, Frans, Ali en medewerkers van het Forteslyceum.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!